Op naar Spangen
Halverwege de brede en drukke Tweede Middellandstraat keek de trambestuurder goedkeurend opzij, om zonder iets te zeggen mij een plaats achter de controllers te gunnen om zo de besturing van de 405 vierasser van hem over te nemen.
Ik positioneerde mij vertrouwd achter de grote vierkante ruit, waarbij ik, door mijn boven gemiddelde lengte, goed zicht had op de rails voor me. Ik nam het schakelwiel stevig in mijn linkerhand terwijl mijn rechterhand wat nonchalant op de glimmende handrem ruste. Niets anders leek mij op dat moment belangrijker en avontuurlijker dan trambestuurder op tram 405 zijn.
De haltes lagen dusdanig ver uit elkaar dat ik tussenin redelijk snelheid kon maken. Oplettend bleef de wat oudere en geduldige trambestuurder schuin achter mij staan om kleine aanwijzingen te geven. Bij het nadere van de eerst volgende halte werd het spannend. Eerst moest met het schakelwiel de snelheid geleidelijk omlaag om met de rechterhand de remhendel krachtig in de richting van de klok aan te draaien tot het hele gevaarte van bijna 20 ton piepend tot stilstand was gekomen. Wachtende passagiers, die geen vermoeden hadden dat er op deze rit een 14-jarige scholier op de bok stond, stapten zonder vrees in. Het wachten was op het moment tot de conducteur op het middenbalkon, met een trek aan het koord, de bel liet weten te kunnen vertrekken. Om de rem te ontkoppelen gaf ik met mijn rechtervoet een ferme tik tegen de tandheugel op de vloer waarop de remhandel met kracht los schoot.
Terwijl de bel nog in mijn oren nagalmde zette ik met mijn linkerhand de 405 weer stapsgewijs in beweging.
Met de Middellandstraat al snel achter me, ging het rechtdoor naar de Vierambachtsstraat. Bij de laatste halte voor de Mathernessebrug nam mijn grote grijze vriend het weer over. We moesten immers de drukke kruising over voordat de tramrails bijna naadloos zou overgaan op de oude brug. Het eindpunt naderde nu met rasse schede. Bij de laatste bocht voor het Sparta Kasteel nam ik vriendelijk afscheid van mijn tram-superieur. Graaide mijn zware jaren-60 pukkel van de vloer en verliet via het midden balkon de 405 op weg naar mijn teken-leeraar.
Nooit meer gezien
Tot het eind van mijn middelbare schoolperiode in 1970 heeft ‘zij’ een vast plekje in zwart-wit op de achterkant van mijn RET-identiteitskaart ingenomen. Maar zoals dat gaat met oude liefdes, zijn we elkaar daarna uit het oog verloren. Ik had kort daarna de stad verlaten en welke pogingen ik later bij mijn bezoeken aan Rotterdam ook deed, ik heb haar nooit meer gezien.
Soms kwam er wel eens tijdgenoot van haar voorbij, zoals hierboven de 403. Bij historische jubileumritten van de RET door Rotterdam of als rondrijdende nostalgische attractie op het Openluchtmuseum in Arnhem. Wat mij rest is een fotootje en een hele échte jongensdroom.
Hieronder de video-homage aan de 405.
Hoi Herman…precies zo als op de foto ken ik jou nog…ZO ben je in mijn herinnering opgeslagen…En als je even goed naar de uitstraling op de foto kijkt…. moet je zelf ook zien dat het klopt wat ik over je schreef..
groetjes..
Hoi Herman, Ik heb als coördinator van het Tram Museum Rotterdam genoten van je filmpje.
Ik ben benieuwd of je van andere wagens ook van deze mooie filmpjes kan maken.
Zouden wij dit filmpje in ons museum mogen vertonen?
Kees Dessens